adviezen > gebiedsagenda noord-nederland

Advies: Gebiedsagenda Noord-Nederland

Het Rijk en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) hebben een gebiedsagenda voor Noord-Nederland geformuleerd met een gezamenlijke visie op het ruimtelijk-fysieke domein. Drie punten staan hierin centraal: klimaat, energie en demografische veranderingen (krimp). De vertaling naar beleid moet nog plaatsvinden. De commissie Ruimtelijke Ordening van de SER Noord-Nederland heeft onderzocht in hoeverre de juiste opgaven zijn geïdentificeerd. Door middel van dit advies roept de SER Noord-Nederland het SNN en het Rijk op de gebiedsagenda te verbreden en innovatiever van karakter te maken.

Brede, strategische gebiedsagenda nodig

De commissie vindt dat de gebiedsagenda breder en strategischer zou moeten zijn. Zo ontbreekt een visie op de duurzame ruimtelijk-economische en sociale structuur en mist de commissie een aantal relevante thema's. De agenda gaat nauwelijks in op ontwikkelingen in de kenniseconomie. Een visie op een goed functionerend mobiliteitssysteem en stedelijk netwerk omgeven door een economisch vitaal platteland komt onvoldoende naar voren. Ook interessante planologische ontwikkelingen zoals de opkomende leisure sector, energielandschappen, tweede woningbezit en regioregie komen niet aan de orde.

Meer verantwoordelijkheden voor het Noorden

De gebiedsagenda is duidelijk afgeleid van de Rijksagenda en houdt geen rekening met het feit dat het Noorden meer eigen verantwoordelijkheden krijgt. De agenda is gericht op nationale, strategische belangen, zoals de Eemshaven en het energieclusters.

Deze sectoren zijn niet in staat om alleen de ruimtelijk-economische basis voor het Noorden te vormen. Om te bepalen waar deze basis wel uit zou moeten bestaan zijn duidelijke keuzes nodig. Deze ontbreken in de huidige gebiedsagenda.

Stad en platteland vullen elkaar aan

Inhoudelijk bevat de gebiedsagenda geen opgave voor een vitale, duurzame, sociaal-economische structuur voor de lange termijn. De agenda spreekt alleen over de stedelijke ontwikkelingszones en doet het landelijk gebied af als 'noorderruimte' of 'de rest'. Dit is niet in overeenstemming met het idee dat stad en platteland elkaar aanvullen. Het is van belang om een visie te formuleren waarbij het landelijk gebied ook kan profiteren van de ontwikkelingen in de stedelijke gebieden, zoals die op het gebied van kennis en diensten.

Noorden uitgangspunt van regionale visievorming.

Eigen visie op ruimtelijke ontwikkeling

Regionale visievorming zou moeten gaan om het benoemen van specifieke, ruimtelijk-economische opgaven en het agenderen en verbinden van ontwikkelingen tussen de maatschappelijke partners en het bestuurlijk apparaat. Daarbij moet het Noorden het uitgangspunt zijn, niet de Rijksagenda. Daarom heeft de commissie een eigen visie opgesteld op de Ruimtelijke Ontwikkeling van Noord-Nederland. In deze visie benoemt de commissie relevante ruimtelijke opgaven en geeft het handvatten voor het opzetten van een creatieve dynamo voor ruimtelijke ontwikkeling.