Nieuwsbrief oktober 2022

27 oktober 2022

actueel > nieuwsbrief oktober 2022

Vertrouwen

Het kan dus wel! Met stoom en kokend water is in de Eemsdelta de EemsEnergyTerminal voor Liquid Natural Gas (LNG) gerealiseerd. Diverse overheden en marktpartijen hebben de handen ineengeslagen en in abnormaal korte tijd is dit project vorm gegeven. Traag lopende procedures zoals vergunningaanvragen zijn bijzonder voortvarend aangepakt. Er werd leiderschap getoond.


Het zou mooi zijn als we dit daadkrachtige handelen, waarbij partijen op basis van een gemeenschappelijk probleem snel en doelmatig een oplossingsgerichte investering weten te realiseren, ook gaan terugzien in de afhandeling van de aardbevingschade, in de versterkingsoperatie, in de ontsluiting van het Noorden op de rest van het land middels de Lelylijn, enzovoort. Pas dan kun je ook weer werken aan een basis van vertrouwen.


Prof. dr. Jouke van Dijk

voorzitter SER Noord-Nederland

hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Rijksuniversiteit Groningen



Brede Welvaart belangrijk onderdeel van noordelijke sociaal economische visie

In het advies Integrale Investeringsprogrammering Noord-Nederland geeft SER NN onder meer aan dat het noodzakelijk is om te komen tot een noordelijke sociaal-economische visie. Daarin zal worden meegenomen hoe we de brede welvaart in het Noorden kunnen stimuleren. Eerst is het nodig om in kaart te brengen hoe we die brede welvaart hier ervaren. Daarvoor zijn uitgenodigd het Fries Sociaal Planbureau (FSP), Sociaal Planbureau Groningen (SPG) en Trendbureau Drenthe (TD). Zij hebben gezamenlijk een eerste verkenning uitgevoerd.

Sinds een aantal jaar is niet langer het BBP (Bruto Binnenlands Product) bepalend voor het geluk en welvaart van het land, maar doet het begrip Brede Welvaart steeds meer opgang. ‘Een heel breed begrip’, erkent Herbert Rolden van SPG/TD. ‘Het geeft alles aan dat van waarde is in het leven. Dus niet alleen inkomen en werk, maar ook lucht- en waterkwaliteit, veiligheid, wonen, vrije tijd, enzovoort. Informatie daarover wordt uit cijfers gehaald, die met verschillende perspectieven en verhalen uit de regio in een context worden geplaatst.’


Paradox

In het begrip brede welvaart kan een paradox zijn opgesloten. ‘De Friese paradox is een begrip geworden’, legt Wouter Marchand van FSP uit. ‘Ondanks lage scores op economische indicatoren, scoort Friesland hoog op tal van welzijnsindicatoren. Dat moet je meenemen als je wilt sturen op de regionale ontwikkeling. Ga niet blind voor het opkrikken van het inkomens- of opleidingsniveau, maar gebruik het sociaal bindweefsel van een regio.’


Zelfgenoegzaamheid

"We hebben ons onderzoek aangesloten op de Regionale Monitor Brede Welvaart van het Centraal Bureau voor Statistiek’, vervolgt Rolden. ‘Zelf hebben we een aantal bewonerspanels opgezet. En het blijkt dat we in het Noorden redelijk tevreden zijn.’ Strikje om het onderzoek en klaar? ‘Nee', waarschuwt Marchand. ‘We moeten oppassen voor zelfgenoegzaamheid. Er zijn voldoende opgaven die een oplossing vergen. Neem de arbeidstekorten in de zorg in combinatie met de toenemende vergrijzing, waardoor we straks nog meer handen aan de bedden nodig hebben.' Rolden: ‘Tevredenheid is erg afhankelijk van wie je bent en waar je woont. Noordoost Friesland, Oost Groningen en Zuidoost Drenthe zijn gebieden met grotere opgaven dan in de rest van de drie provincies.’


Knoppen draaien

Op de vraag of er ook knoppen zijn waaraan gedraaid kan worden om de Brede Welvaart te beïnvloeden, antwoordt Marchand positief. ‘Neem bijvoorbeeld de energietransitie in Groningen of de innovatieve oplossingen voor het stikstofprobleem. Daar moet je op inspelen.’ ‘Net als onze internationale faam op het gebied van watermanagement’, vult Rolden aan. ‘We moeten op innovatieve wijze de strijd aanbinden met onze problemen en wellicht kunnen we onze kennis dan exporteren.’


Bouwstenen

Op de agenda’s van Marchand en Rolden prijken nu actualisatie en aanscherping van hun bevindingen. Vervolgens zullen zij deelnemen aan gesprekstafels met bestuurders en beleidsmakers. Marchand: ‘Die tafels gaan wij voorzien van data en indicatoren, de bouwstenen voor een gezamenlijk gedragen visie. En verder denken wij natuurlijk graag mee.’


Seminar 'Personeelstekorten en mogelijke oplossingen'

'Krapte op arbeidsmarkt duurt zeker nog tot 2040'

Op donderdag 29 september jl. organiseerde SER Noord-Nederland het seminar "Personeelstekorten en mogelijke oplossingen" in de Euroborg in Groningen. Ruim 50 vertegenwoordigers vanuit bedrijfsleven, onderwijs en overheid waren aanwezig. Zij kregen een interactief programma voorgeschoteld met medewerking van onder andere prof. dr. Jouke van Dijk (Rijksuniversiteit Groningen en SER Noord-Nederland), prof. dr. Henri de Groot (Vrije Universiteit Amsterdam en kroonlid van de nationale SER) en Joyce Walstra (voorzitter MKB Noord).

Er gaat geen dag voorbij of we lezen in het nieuws over de problemen die personeelstekorten met zich meebrengen. Denk aan treinen die niet rijden, annuleringen van vluchten, oplopende wachtlijsten in de zorg, restaurants die op bepaalde dagen noodgedwongen sluiten en ga zo maar door. Het lijkt er niet op dat deze problemen op korte termijn worden opgelost. Sterker nog: we staan aan het begin van een langdurige vergrijzingsgolf en een uitstroom op de arbeidsmarkt die veel groter is dan de instroom. Dat geldt zowel voor het bedrijfsleven als voor de maatschappelijke sectoren. En dat geldt voor Nederland, maar ook zeker voor Noord-Nederland!


Demografisch bepaald

Het seminar begon met een kort-en-krachtige inleiding door Jouke van Dijk. Hij schetste aan de hand van diverse tabellen, kaartjes, krantenkoppen en onderzoeksresultaten een helder beeld van de arbeidsmarkt in Nederland, waarbij hij extra inzoomde op die van Noord-Nederland. “De krapte op de arbeidsmarkt is grotendeels demografisch bepaald”, vertelde Van Dijk. “We zien de vergrijzing in Nederland toenemen en nog eens extra in het Noorden. Dat zal zeker tot 2040 zo blijven. Het feit dat de Nederlandse bevolking nog altijd groeit, wordt voornamelijk veroorzaakt door immigratie. En dat is maar goed ook, want de beroepsbevolking krimpt, terwijl de zorgvraag en de vraag naar allerlei andere diensten alleen maar toenemen.”


Kansen

“De krapte op de arbeidsmarkt biedt ook kansen”, hield Van Dijk zijn publiek voor. “Zo kan een grote groep mensen die nu in de bijstand of in de Wajong zit hopelijk op de een of andere manier een plek op de arbeidsmarkt vinden. Verder hebben we veel studenten in het Noorden. Die kunnen we beter vasthouden door ze een baan aan te bieden met carrière-perspectief. Denk daarbij ook aan een baan voor hun partners en aan huisvesting. Voorspellingen over migratie zijn veel onzekerder dan over vergrijzing. Met het Deltaplan en de Lelylijn heeft het Noorden plannen om meer mensen naar het Noorden te laten verhuizen en dat kan ook tot meer arbeidsaanbod leiden. Een bijzondere groep, die extra aandacht verdient, zijn de laaggeletterden. Zij zijn relatief oververtegenwoordigd in Noord-Nederland.” 


STAP-budget

De krapte op de arbeidsmarkt is inmiddels zo nijpend geworden, dat we alle denkbare opties moeten aangrijpen en benutten. “Naast de opties die ik net heb genoemd, moet u ook denken aan slimmer werken, automatisering, ICT en werkzaamheden zoeken bij de capaciteiten van mensen: job carving en open hiring, in plaats van mensen zoeken bij specifieke functies. Het nieuwe STAP-budget voor scholing en ontwikkeling (1.000 euro per jaar) kan hierin mogelijk een rol spelen.”


Schurend gesprek

Na de inleidende lezing werd Henri de Groot, kroonlid van de nationale SER, geïnterviewd op het podium. Hij herkent zich in de analyse van Van Dijk en deed een oproep aan de politiek om het eerlijke verhaal te vertellen. “Veel crises zijn feitelijk geen crises”, betoogde hij, “maar gewoon het resultaat van achterstallig onderhoud en van het feit dat we structureel boven onze stand hebben geleefd in de afgelopen decennia. Vergrijzing zien we al decennialang aankomen. We hadden daar beter op kunnen en moeten anticiperen.” Hij riep bestuurders op om het ‘schurende gesprek’ aan te gaan. “We moeten met elkaar durven te praten over minder groei, minder vliegen, minder consumeren, want alleen dan kunnen we een deel van de krapte op de arbeidsmarkt oplossen. Niet alles kan!” Een andere kritische kanttekening plaatste hij bij immigratie die ook leidt tot een mogelijke braindrain in de landen van herkomst: “Beroven wij andere landen niet van hun waardevolle vakmensen? Is dat ethisch wel verantwoord?”


Uitgestelde levens

In de discussie over het functioneren van de arbeidsmarkt en de broodnodige investeringen in menselijk kapitaal en toekomstige generaties spreekt De Groot zijn zorg uit over de ‘uitgestelde levens’ van jongeren, die deels door de impact van de coronacrisis op hun studietijd, maar ook door studieschuld en andere leningen, langer thuis of op kamers blijven wonen. Huisvesting is voor deze groep steeds moeilijker te realiseren en mede hierdoor stichten zij pas veel later een gezin. Dat leidt weer tot een nog lagere bevolkingsgroei. Bovendien worden grote rekeningen naar toekomstige generaties doorgeschoven.


Aanbod vergroten

Ook Joyce Walstra, voorzitter van MKB Noord, werd op het podium geïnterviewd. Zij was betrokken bij de totstandkoming van het adviesrapport dat de nationale SER samen met de regio’s heeft opgesteld om de krapte op de arbeidsmarkt te lijf te gaan. Walstra: “Als de vraag naar personeel zo groot is, zullen we ons personeelsaanbod moeten vergroten: dus mensen meer uren laten werken als dat kan en als men dat wil, meer mensen laten meedoen op de arbeidsmarkt, denk aan meer vrouwen, migranten en ook statushouders. Mensen zouden ook langer moeten kunnen doorwerken, als ze dat verantwoord kunnen en willen. Uiteraard kunnen ook automatisering, technologie, ICT en robotisering een belangrijke rol spelen bij het invullen van bepaalde handelingen en werkzaamheden.


Goed werkgeverschap

Joosje de Lang, bestuurder bij vakbond FNV vroeg zich af hoe het mogelijk is dat zoveel mensen de zorg verlaten en soms niet meer terugkeren of zich juist als zzp’er laten inhuren, onder andere voorwaarden. Walstra: “Dat is inderdaad een groot probleem en zou nog eens goed onderzocht moeten worden. Wij pleiten voor goed werkgeverschap, met oog voor duurzame inzetbaarheid, onder andere door flexibiliteit in de roosters, het mogelijk maken van mantelzorg en hybride werken, het acceptabel houden van de werkdruk, een gezonde werk-privébalans en uiteraard passende primaire en secondaire arbeidsvoorwaarden.”


Prof. dr. ir. Rudy Rabbinge:

'Vind synergie in subsidieaanvragen'

Om te zorgen dat subsidieaanvragen kansrijk en succesvol zijn is het belangrijk om de regionale opgaven goed op elkaar af te stemmen. Voorts is het verstandig om een programmeringsgroep op te richten die partijen uitnodigt om met investerings- en projectvoorstellen te  komen, geeft SER Noord-Nederland aan in haar advies Voorwaarden voor Regionale Innovatie. Prof. dr. ir. Rudy  Rabbinge, o.a. lid van de WRR, legde het advies ter toetsing neer bij een aantal CEO’s van grote organisaties in Noord-Nederland.

Om de sociaal economische ontwikkeling in Noord-Nederland te bevorderen is het nodig om krachtige elementen in het Noorden te stimuleren. ‘Waar we goed in zijn, moeten we per sector benoemen,’ aldus Rabbinge. ‘En dan moeten we niet alleen kijken naar wat wij hier nationaal te bieden hebben, maar ook mondiaal.’ De middelen die naar het Noorden vloeien als gevolg van verschillende activiteiten en fondsen, het gaat om meer dan een miljard euro, kun je volgens Rabbinge verdelen over alle gemeenten in Noord-Nederland. Maar daarmee stimuleer je volgens hem de regionale ontwikkeling niet. In een speurtocht naar waar het Noorden goed in is, heeft SER NN zeven aandachtsgebieden benoemd, te weten Energietechniek en -transitie, Groene Chemie, Smart Industry, Agrifood & Health, Watertechniek, Digitalisering en tot slot Toerisme.


Concurrentiekracht

Voor de uitwerking van de adviesvraag zijn in eerste instantie die partijen benoemd die zich bezighouden met de Energietransitie/Groene Chemie, Smart Industry en Agrifood & Health. Rabbinge: ‘Met een aantal CEO’s uit die sectoren hebben we verkennende gesprekken gevoerd. Samen zijn we tot de conclusie gekomen dat men elkaar niet moet beconcurreren in subsidieaanvragen, maar juist moet samenwerken; een synergie moet vinden. Alleen dan versterk je je concurrentiekracht. In Rotterdam en Eindhoven begrijpt men dat beter: daar spreekt men vaak dezelfde taal en weet men elkaar gemakkelijk de bal toe te spelen.’


Prefase

Na de gesprekken zijn de CEO’s huiswaarts gekeerd met het verzoek om te inventariseren of er voorbeelden zijn van kritische succes- en faalfactoren. ‘Een succesfactor is bijvoorbeeld dat men elkaar al in de prefase van programma’s weet te vinden en definieert waarop men gaat inzetten’, vertelt Rabbinge. ‘Vaak ervaart men die fase als lastig omdat er geen middelen zijn ofwel het risico ligt bij de bedrijven. Dus moet je in die prefase al in staat zijn om met publieke middelen het proces op gang te brengen. Dat moet je laten doen door derden. Daarvoor zou je gezamenlijk een stichting kunnen oprichten die tevens als een soort katalysator functioneert. Wat de faalfactoren betreft, dan gaat het vaak om indifferentie met de overheid, het niet goed kunnen benoemden van de aanpak, et cetera. Dat leidt allemaal tot verwarring en onderbesteding van middelen.’


Kracht

De provincie is in dit alles vaak de ontvangende en distribuerende partij. ‘Dus politiek moet het ook allemaal goed afgehecht worden’, vindt Rabbinge. ‘Maar niet alleen op provinciaal, ook op gemeentelijk niveau. We zijn in het Noorden tot mooie dingen in staat en als we willen kan het ook snel. Een sterk voorbeeld daarvan is de installatie van de vloeibaargasfabriek in de Eemshaven. Er moest ruimte komen en toezeggingen aan organisaties moesten worden afgezegd. Dat is met goed leiderschap allemaal opgelost. Er was één leidend principe, één doel en er werd urgentie gevoeld door alle betrokken partijen. Ik zie kracht in het Noorden. Vaak zijn de gebieden die wij hebben geïdentificeerd onderbelicht. Als je kijkt naar de Groene Chemie bijvoorbeeld, dan doet het Noorden het beter dan de Maasvlakte. En dat mogen we best wel eens zeggen. De bescheidenheid mag wel eens overboord.


Vervolg

‘Het vervolg ligt nu in het bespreken van het eerder genoemde huiswerk, het organiseren van een aantal bijeenkomsten en dan gaan we het initiëren. Het is dan de bedoeling dat de stichting de aanjager van het geheel gaat worden’, besluit Rabbinge enthousiast.


AGENDA 2022

21 november 2022                    11.30 - 13.00  Agendacommissie november 2022 (besloten)

7 december 2022                      14.00 - 16.00  Raadsvergadering december 2022

Bekijk hier de andere agenda-items .