DvhN: Jouke van Dijk geïnterviewd door DvhN

11 augustus 2018

actueel > dvhn: jouke van dijk geïnterviewd door dvhn

Door Bouke Nielsen

Heel zwart-wit: de arbeidsmarkt oogt als een fenomeen bol van veel goede wil, grote zakken met geld en slechte resultaten. Neem de bouw, neem de zorg. Iedereen ziet de personeelstekorten aankomen en toch gaat het fout.

De bouw is zelfs een cyclus van zich keer op keer herhalende ellende. Bouwvakkers worden bij bosjes ontslagen als het minder gaat en als de bouw weer aantrekt schreeuwen de werkgevers moord en brand dat ze geen personeel kunnen krijgen. Maar er wordt tegen die tijd wel weer zóveel verdiend dat de gecreëerde personeelsschaarste haast lijkt op een businessmodel, want bouwbedrijven beleven dankzij die krapte wel gouden tijden.

‘Zorg was goed bezig, maar mensen vetrokken omdat er geen werk was’

'Precies’, zegt Jouke van Dijk, 'het is haast een beetje inherent aan de bedrijfstak. Je moet er eigenlijk anticyclisch beleid op nahouden. De zorg heeft dat wel gedaan, maar de opgeleide mensen zijn naar andere sectoren vertrokken omdat er geen werk was.’

Jouke van Dijk is hoogleraar regionaal arbeidsmarktbeleid aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij sinds kort de nieuwe voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) Noord-Nederland.

Van Dijk: 'Je weet in de bouw dat wanneer er geen werk is, dat er dan ook geen stageplekken zijn. Dat heeft effect op de opleiding en dus weet je wat er een paar jaar later gebeurt: geen opgeleide mensen. De zorg heeft juist heel hard gewerkt aan goeie opleidingen en stageplaatsen, maar door bezuinigingen viel het werk vervolgens weg.’

‘Zorg moet wel zorgen aantrekkelijk te zijn en dat is lastig met de diensten, de betalingen en het zware werk’

Van Dijk vermoedt dat die opgeleide zorgmedewerkers die nu iets anders doen, misschien nog wel eens terug komen. 'Maar dan moet je wel zorgen dat je een aantrekkelijke werkgever bent. En dat wordt lastig met al die nacht- en weekenddiensten, de slechte betalingen en het zware werk. Niettemin, de zorg valt te prijzen voor de aanpak.’

Van Dijk plaatst nog wel een kanttekening: 'De vraag naar werk in de bouw is natuurlijk flexibeler. Wil je een huis en is er geen bouwer te vinden, dan wacht je. Niet leuk, maar ook geen ramp. Je past je aan. Maar met al die vraag stijgen de prijzen natuurlijk als een gek. De vraag naar zorg is niet naar achteren te schuiven.’

In Amsterdam wel werk, maar geen mooie woning

De huizenschaarste heeft in sommige regio’s wel weer effect op de arbeidsmarkt, weet Van Dijk. 'De politieagent en de onderwijzer die in Amsterdam geen betaalbaar huis kunnen krijgen, gaan elders kijken. Hier in onze regio zijn mooie en betaalbare huizen ruim voorradig. Een heleboel dorpen zijn heel aantrekkelijk, zeker als de trein er komt.’

Wonen wordt in Noord-Nederland steeds aantrekkelijker voor randstedelijke gezinnen met kinderen, vermoedt de professor. Eén probleem is er dan wel: er moet voor zowel man als vrouw werk zijn in de noordelijke regio. Als een van de twee geen baan heeft, is de Randstad voor hen een logische keus, meent Van Dijk, want daar zijn volop banen.

Taken wegsnijden van hoofdwerkzaamheden levert nieuw werk op

Binnen een sterke arbeidsmarkt kan er volop van baan worden gewisseld. En je moet kijken naar wat Van Dijk ‘jobcarving’ noemt. Er wordt dan gekeken of specialisten meer doen dan hun hoofdwerkzaamheden en of er taken (agenda, administratie) zijn onder te brengen in nieuwe functies voor lager opgeleiden.

Van Dijk spreekt niet graag van een ‘mismatch’ als opleidingen niet direct aansluiten op de arbeidsmarkt. 'Er is altijd frictie’, stelt hij. 'Gaat het economisch goed, dan zoekt iedereen banen die beter betalen. En gaat het slecht, dan blijft iedereen zitten in de baan waar hij of zij zit. Bedrijven kunnen het vervelend vinden dat er krapte is, maar het is ook een kans tot aanpassingen en veranderingen. Dat het af en toe ‘au’ doet, hoort erbij.’

Gemeenten beconcurreren elkaar, ze vinden het wiel steeds opnieuw uit

En er zijn gebieden waar de arbeidsmarkt haast nooit optimaal functioneert. Dat is vooral aan de randen van de noordelijke provincies. 'Langs de waddenkust, in Oost-Groningen en rondom Emmen komen nu eenmaal weinig nieuwe banen’, klinkt het. En hij wijst om zich heen, vanaf een terras in de stad Groningen. 'Zie je die gekleurde fietsen (Swapfietsen, red.) die hier rijden? In twee jaar is dat een rage geworden. Zoiets gebeurt hier wel, maar niet in Stadskanaal.’

Wat ook niet helpt is het decentrale beleid van de overheid. Een gemeente is verantwoordelijk voor de bijstand. Van Dijk: 'Dan kan het gebeuren dat gemeenten met elkaar gaan concurreren. Ze gaan dingen doen om hun inwoners uit de bijstand te krijgen, waardoor er de ene keer aandacht is voor de zorg en de andere keer voor techniek. Het wiel wordt steeds opnieuw uitgevonden, terwijl het misschien veel slimmer is de arbeidsmarktprojecten in de techniek of de zorg te clusteren door samen te werken.’

Er is hier werk maar ook schone lucht, ouders Chinese studenten valt het op

De arbeidsmarkt is daarom lastig te reguleren, vindt Van Dijk. Er zijn te veel verkeerde prikkels. Maar als er te weinig buschauffeurs zijn, moet het volgens hem binnen een half jaar ‘makkelijk te regelen’ zijn dat dit probleem wordt opgelost.

De robotisering en automatisering gaan de komende jaren voor de grootste verandering zorgen op de arbeidsmarkt. Er komt daardoor een ander type banen. 'Een leven lang leren wordt meer en meer noodzakelijk.’ En Van Dijk ervaart de laatste jaren nog een voordeel voor Noord-Nederland. 'Ouders van Chinese studenten roemen hier de schone lucht. Dat dringt vanzelf door tot andere delen van ons land.’

Zelfrijdende auto wordt reddig voor de regio: tijdverlies en ongemak worden weggenomen

De redding voor de regio is de zelfrijdende auto. Jouke van Dijk: 'De zelfrijdende auto wordt een gamechanger.’ De stad wordt makkelijker bereikbaar voor bewoners uit de regio dankzij de zelfrijdende auto, terwijl het hen amper extra inspanning kost. Het tijdverlies en het ongemak worden weggenomen, doordat tijdens het rijden kan worden doorgewerkt, doorgeslapen of wat dan ook. De dynamiek van de stad en het comfort van de regio kunnen moeiteloos worden gecombineerd.

Het aantal banen in de grote steden zal desondanks toenemen, want doordat een baan steeds minder vaak aan een locatie is gebonden – er kan nu al eenvoudig thuis worden gewerkt – moeten de kantoren centraal, en dus in de grotere steden, zoals Groningen.

Lees hier het artikel op DvhN.